Het Sinterklaas woordspel

 

Het spel wordt gespeeld met vier spelers. Zij hebben voor en achter zich een letter. Zij moeten woorden van vier letters maken.
De letters zijn voor: N S I T
achter: E B O K

De woorden zijn:

– SINT = VVVV
– BOEK = AAAA
– BIET = AAVV
– KIES = AVAV
– BONK = VAAA
– SNIK = VVVA
– BONT = VAAV
– SITE = AVVV
– SNOT = VVAV
– BIKE = AAVA

De zinnen gaan als volgt:

Het is vijf december, De goedheiligman is op pad.

Hij komt bij een huis en daar woont een meisje. Zij wacht op de goede …….
Sint kondigt zich aan met een luide … op de deur

Het meisje is verdrietig. Ik wil een fiets zegt ze met een …..
Sinterklaas wil weten of het meisje dat wel heeft verdiend en dus kijkt hij in het grote …..

Daar leest hij dat het meisje stout is, ze maakt het soms echt te …..
Bijvoorbeeld die keer dat ze in haar neus peuterde en ging spelen met haar ……

En hoewel de het vroeg aan Sint en Piet, het interesseert de Sint geen …..
Een meisje dat stout is krijgt geen fiets (in het engels …….)
Sint zegt: ik denk dat ik een ander pakje ………

Dus leer van dit verhaal en wees als Sint komt blij en tevree
Dan brengt hij vast voor jou een leuk cadeautjes mee.